TUSSEN HEDEN EN VERLEDEN
De Kolonie van Weldadigheid, opgericht in 1818 door Johannes van den Bosch, was een ambitieus initiatief om armoede in de steden te bestrijden door middel van landbouwkoloniën. Gedurende de periode van 1818 tot 1921 werden ongeveer 80.000 mensen naar het platteland in Drenthe verplaatst, met naar schatting één miljoen nakomelingen vandaag de dag. Deze geschiedenis vormt de achtergrond van het leven in de kolonie.
Mijn fotoserie verkent de verbinding tussen de geschiedenis en het hedendaagse leven in de Kolonie van Weldadigheid. Door portretten en omgevingsfoto’s te combineren, leg ik niet alleen de fysieke omgeving van de kolonie vast, maar ook de emotionele en historische banden van de bewoners. Het gebruik van licht speelt voor mij een continue factor in deze serie.
In het eerste tweeluik ontmoet je Bennie, geboren en getogen in de kolonie, waar zijn familie generaties lang het boerenleven omarmde. Hij woont nu samen met zijn vrouw tegenover het huisje waar hij geboren is. Bennie’s koeien graasden ooit in het natuurgebied dat op de foto te zien is.
Het tweede tweeluik introduceert Maria, zij vertegenwoordigt een nieuwe generatie in de kolonie. Ondanks dat ze is geboren in de kolonie-woning, heeft ze geen persoonlijke connectie met de geschiedenis van de kolonie. Nu haar beide ouders zijn overleden, voelt Maria geen verbondenheid met de plek en is ze van plan om te verhuizen. De foto’s tonen het contrast tussen het historische karakter van het huisje en Maria’s streven naar een nieuw begin.
Het derde tweeluik belicht Jan, voormalig directeur van de Maatschappij van Weldadigheid. Zijn kantoor, met sporen uit het verleden zoals de bewaard gebleven bedstee-deurtjes, getuigt van zijn diepe verbondenheid met het erfgoed. Jan’s betrokkenheid komt ook tot uiting in zijn boek “Droom en Weldaad”, geschreven ter gelegenheid van het 200-jarig jubileum van de Maatschappij.